Fischer Random Schaak
Bobby Fischer (de voormalige wereldkampioen Schaak) stelde een schaakvariant voor waarbij het spel gespeeld wordt vanuit een willekeurige beginstand. Fischer bevindt zich in gezelschap van andere wereldkampioenen (zoals Capablanca) die ook voorstellen deden voor het veranderen van schaakregels (geen van allen had echt succes).
Dit spel lijkt wel op het oudere schuifelschaka of pre-schaak en andere overeenkomstige varianten. Het heeft wel onderscheidende punten.
Regels
- de FIDE-regels gelden met volgende uitzonderingen/aanvullingen
- De plaatsing van de stukken op het bord wordt willekeurig door een computer gedaan. Ook kan de beginstelling door het werpen met een dobbelsteen bepaald worden. Voor de beginstelling gelden volgende regels:
- De pionnen komen op de normale plaats: witte pionnen op de tweede rij, zwarte pionnen op de zevende rij.
- de andere stukken komen op de eerste rij (wit) en achtste rij (zwart).
- De zwarte stukken komen op dezelfde plaats als de witte stukken. Bijv. als de witte dame op a1 komt moet de zwarte dame op a8 gezet worden.
- de koning moet tussen de twee torens komen
- De twee lopers van een speler moeten op velden van verschillende kleur komen.
- Rokeren is mogelijk en moet als volgt gedaan worden.
De normale voorwaarden voor rokeren gelden. De koning mag niet schaak staan, schaak komen te staan of over een veld gaan waar hij schaak zou komen te staan. De koning mag niet verplaatst zijn, de toren mag niet verplaatst zijn en er mag geen stuk tussen koning en toren staan.
Als gerokeerd wordt met de "linkse" toren gaat de koning naar c1 voor wit, c8 voor zwart en de toren gaat naar d1 voor wit en d8 voor zwart. Als gerokeerd wordt met de "rechtse" toren gaat de koning naar g1 (g8) en de toren gaat naar f1 (f8).
Aantal verschillende beginposities.
Er zijn 960 verschillende openingsstellingen mogelijk. De berekening gaat als volgt.
Eerst worden de twee lopers geplaatst. Er zijn 16 mogelijkheden als de ene loper op een wit veld staat en de andere loper op een zwart veld staat.
Dan blijven er 6 lege velden over. Nu moet de koning tussen de twee torens komen. Er zijn 20 verschillende manieren voor een koning en twee torens om 6 velden te bezetten waarbij de koning tussen de twee torens komt.
Dan blijven er drie plaatsen over voor de 2 paarden en de dame. Er zijn 3 mogelijkheden om deze stukken neer te zetten.
Dus: er zijn 16 x 20 x 3 = 960 openingsstellingen mogelijk in Fischer willekeurig schaak.
Het maken van een willekeurige openingsstelling.
Je kunt een willekeurige openingsstelling krijgen door gooien met een dobbelsteen. Eerst worden de pionnen op hun normale plek gezet. Daarna wordt met onderstaande procedure de witte stukken opgezet. Daarna worden de zwarte stukken tegenover hetzelfde witte stuk gezet.
- Gooi met de dobbelsteen en gebruik de volgende tabel:
1. |
zet een loper op a1 |
2. |
zet een loper op c1 |
3. |
zet een loper op e1 |
4. |
zet een loper op g1 |
5. |
gooi overnieuw en gebruik dan weer deze tabel. |
6. |
gooi overnieuw en gebruik dan weer deze tabel. |
- Gooi met de dobbelsteen en gebruik de volgende tabel:
1. |
zet een loper op b1 |
2. |
zet een loper op d1 |
3. |
zet een loper op f1 |
4. |
zet een loper op h1 |
5. |
gooi overnieuw en gebruik dan weer deze tabel. |
6. |
gooi overnieuw en gebruik dan weer deze tabel. |
- Gooi met de dobbelsteen en gebruik de volgende tabel:
1. |
de dame komt op het eerste lege veld op de eerste rij |
2. |
de dame komt op het tweede lege veld op de eerste rij |
3. |
de dame komt op het derde lege veld op de eerste rij |
4. |
de dame komt op het vierde lege veld op de eerste rij |
5. |
de dame komt op het vijfde lege veld op de eerste rij |
6. |
de dame komt op het zesde lege veld op de eerste rij |
- Gooi met de dobbelsteen en gebruik de volgende tabel:
1. |
het paard komt op het eerste lege veld op de eerste rij |
2. |
het paard komt op het tweede lege veld op de eerste rij |
3. |
het paard komt op het derde lege veld op de eerste rij |
4. |
het paard komt op het vierde lege veld op de eerste rij |
5. |
het paard komt op het vijfde lege veld op de eerste rij |
6. |
gooi overnieuw en gebruik dan weer deze tabel. |
- Gooi met de dobbelsteen en gebruik de volgende tabel:
1. |
het paard komt op het eerste lege veld op de eerste rij |
2. |
het paard komt op het tweede lege veld op de eerste rij |
3. |
het paard komt op het derde lege veld op de eerste rij |
4. |
het paard komt op het vierde lege veld op de eerste rij |
5. |
gooi overnieuw en gebruik dan weer deze tabel. |
6. |
gooi overnieuw en gebruik dan weer deze tabel. |
- Tenslotte zet je de toren op het eerste lege veld op de eerste rij, de koning op het tweede lege veld op de eerste rij en de toren op het derde lege veld op de eerste rij.
Door deze procedure krijg je een van de 960 mogelijke openingsstellingen met gelijke kans voor elke kleur. Dit is een goed alternatief voor het door een computer laten bepalen van de openingsstelling.
Gemiddeld moet je 6 á 7 keer gooien. Er zijn gecompliceerdere tabellen mogelijk waarbij je minder vaak hoeft te gooien.
Geschreven door: Jos Jansen of Lorkeers en Hans Bodlaender.
WWW pagina gemaakt: dinsdag 28 januari 2003.